WELLINGTON | “Oh m’n geliefde Zuider-eiland, presentator van zoveel moois, wanneer zullen wij elkaar nog ‘ns wederzien?”
Het is zover: we nemen afscheid van het Zuider-eiland dat ons toch een maand feilloos wist te entertainen. We doen de oversteek per boot van Picton naar Wellington. Onze trouwe Toyota Corolla reist met ons mee.
In Wellington is het warm, vochtig en winderig; ze noemen dat hier niet voor niets ‘Windy Welly’.
We nemen onze intrek in een ‘room without a view’, voor de afwisseling. Er is helemaal geen raam te bekennen in onze ‘so called’ studio… Het voelt er warm, claustrofobisch en het ruikt er niet al te fris, maar dat zullen we wel overleven voor enkele nachtjes zeker?
Het verschil tussen de stad en de boerenbuiten wordt ons zo direct duidelijk gemaakt.
We spreken af met ex-collega Bregt, die het Belgenland enige jaren geleden ruilde voor Nieuw-Zeeland.
Ik weet nog goed dat hij vanuit de haven van Antwerpen vertrok met z’n zeilboot. Hij zeilde de hele wereld rond om uiteindelijk te blijven hangen in NZ. Het zeilen heeft hij ondertussen wel gehad. Zijn boot ligt te koop in de haven van Auckland. Duidelijk oceaan-proof! Anyone??? (Je ziet, het marketing-bloed stroomt nog duidelijk door m’n aderen! Haha!)
Het is een fijn weerzien en het is daarnaast wel eens tof om met iemand anders bekend een babbel te doen. (No offense, honey 😉 )
We hebben uiteraard veel te vertellen; hij over het leven hier in NZ, wij over het leven in BE & NL en over de reisroute die we al afgelegd hebben. Over ‘t algemeen houden ze er hier een iets minder jachtig bestaan op na. Die indruk hebben wij tenminste en wordt bevestigd door Bregt. Mensen werken minder uren dan wat wij in onze contreien ‘normaal’ vinden. Dat hadden wij ook al begrepen door vaak verrast voor gesloten deuren te staan van restaurants bijvoorbeeld. Die zijn heel vaak alleen open voor de lunch. Wij kunnen ons dat niet inbeelden. Ook Bregt gaat na het werk nog wat vissen ofzo. Daar is tijd voor.
Hij heeft nog wat goeie extra tips voor het Noord-eiland zodat onze komende reisroute ook wat concretere vormen begint aan te nemen. Daarnaast wisselen we nog een ander belangrijk iets uit: hij heeft ’em! M’n nachtbeugel! In ruil voor mijn eeuwige dankbaarheid.
Bregt neemt ons mee naar een Belgisch (!) restaurant ‘Leuven’ genaamd. Zelfs de kaart is in het Vlaams. Welke Nieuw-Zeelander kan daar iets van maken? ‘t Is gezellig, dus blijven we zitten tot we verzocht worden om de zaak te verlaten. De andere stoelen staan al op de tafels.
***
We brengen een bezoek aan Te Papa, hét nationale museum van NZ. Het is groot, te groot eigenlijk om alles even aandachtig te bekijken. De verschillende verdiepingen zijn gewijd aan aan de Maori-cultuur, de fauna en flora van NZ en de geologische krachten die spelen in NZ uiteraard met inbegrip van de vulkanen en aardbevingen.
Ik was onder de indruk van de verhalen uit de Eerste Wereld Oorlog. Ik wist zelfs niet dat de Nieuw-Zeelanders hierbij betrokken waren. Bart was net iets minder geboeid, geloof ik. Hij staat me al een half uur buiten op te wachten.
We slenteren wat langs de kust en de haven, waar de culinaire mogelijkheden talrijk zijn. Hier kan je best hippe etablissementen vinden.
De Wellington Cable Car brengt ons naar de Botanische Tuinen. We hebben er een mooi uitzicht op Wellington, dat zich mooi aftekent bij zonsondergang.
Ik denk dat Windy Welly één van de kleinste hoofdsteden is die ik ooit bezocht heb, maar dat hoeft absoluut geen slechte zaak te zijn!
No Comments