TAUPO | Tijdens onze rit naar Taupo valt het ons op dat we tijdens deze ene etappe quasi meer auto’s tegenkomen dan dat we er op het Zuid-eiland gezien hebben. Nog steeds rustig hoor, naar Benelux-normen, maar toch. Het verschil is er.

De Taupo regio verschilt ook weer met alles wat we tot nu toe zagen. Het hele gebied is vulkanisch en dat kan je merken aan de vele ‘natuurlijke spa’s’ die ze hier aanbieden. Omdat wij een appartementje huren met een eigen jacuzzi vindt Bart het onzin om geld uit te geven aan een Hot Spring Spa.
Ik ben wat teleurgesteld, want het appartement noch de jacuzzi zien er gezellig uit. Maar hij heeft wel een punt natuurlijk.

Wanneer het mooi weer is, kan je in / op / rond Lake Taupo talrijke water(sport)activiteiten doen. Het is tevens een populaire plaats om te sky-diven. Maar als je moet kiezen, dan denk ik dat het toch spectaculairder is om in de buurt van de gletsjers uit een vliegmachien te springen. (Zie bij Franz Jozef of Fox Glacier.) Maar het weer is erg kwakkelachtig, dus we gaan het meer niet in, op of over.

We bezoeken de Huka Watervallen, die deel uitmaken van de langste rivier van NZ, namelijk de Waikato. In alle hevigheid stroomt het water naar beneden in kolkende, lichtblauwe tinten. Het lijkt een beetje op de natuurlijke versie van de Piraña in de Efteling. Alleen is het hier geen aanrader om met een rubberen vlot naar beneden te komen.

Bij een wandeling door ‘Craters of the Moon’ maken we voor het eerst hier in NZ zichtbaar kennis met de actieve vulkanische aarde onder onze voeten. Zo ver je kan kijken stijgen er dampen op vanuit de grond. Ook vele borrelende modderpoelen. De aarde lijkt hier zijn scheten – met soms ietsie meer – te laten ontsnappen. Zo ruikt het ook.

***

We zijn ook nog met een andere reden in Taupo. In de buurt kan je één van de spectaculairste hikes van het land maken: De Tongariro Alpine Crossing.
Het schijnt lang en zwaar te zijn, maar de beloning in de vorm van de uitzichten niet te evenaren. Niet voor niets werd deze omgeving in veel ‘Lord of the Rings’ scenes gebruikt.

We moeten wachten tot de weersvoorspelling groen licht geeft en we een shuttle busje boeken om ons van het eindpunt terug naar onze auto te brengen. In de Lonely Planet en de brochures van het toeristenbureau staat dat je toch op zo’n acht uur stappen moet rekenen. Nu weten wij ondertussen al uit ondervinding dat wij er meestal wat langer over doen dan de aangegeven tijden. Gewoonlijk zo’n 1/4 langer. Dat zou willen zeggen dat wij 10 uur over deze wandeling zouden doen.
En dat kan niet, want dan hebben we de laatste shuttledienst gemist. Bij die gedachte voel ik me toch ietwat ongemakkelijk worden.

In elk geval zijn we niet de enige toeristen die gewacht hebben op het mooie weer om deze tocht aan te vangen. Bussen vol worden gedropt en een ongeloofelijke stoet van mensen vertrekt deze morgen; de eerste dag in een week dat ze mooi weer voorspellen. De Hanswijk processie is er niets tegen.

Bart begint het pad te lopen aan een tempo waarbij mijn tong al op de grond hangt nog voor we het ‘1km-plaatje’ gepasseerd zijn. Hij is duidelijk ook bezorgd dat we het niet gaan redden in die acht uur. Ik zeg hem dat hij maar alleen moet doorlopen, zodat ik de tocht op m’n eigen tempo kan doen en hij de laatste shuttlebus kan tegenhouden.
Want nog 20 km aan dit tempo, dan kunnen ze me bij elkaar keren… Dat vindt hij geen goed idee. Dus ik hijg de volledige 20 km.

De hike gaat al vanaf het begin flink omhoog, maar de eerste 3-4 km blijken peanuts te zijn met wat er de volgende 7 km volgt. Er lijkt geen einde te komen aan de steile klim en het gevoel bezorgt me een flash-back naar mijn traumatische canyoning-ervaring van in La Réunion enkele jaren geleden. Toen was ik zo bang en uitgeput dat ik Bart de opdracht gaf om een helikopter te bellen. (Wat hij niet deed.)
Telkens als ik vergelijk met die ervaring, dan lijkt alle rest nog wel mee te vallen. Dus ook nu kan ik nog wel even volhouden!

Ergens onderweg – er werd me namelijk niet veel tijd gegund om even stil te staan – heb je zicht op de 3 iconische actieve vulkanen van het gebied: De Ruapehu (2287 m), de Tama (1608 m) en de Mount Tongariro (1967 m). We steken deze laatste over via de Red Crater. Op de bergkam staat een wind van een categorie die je van je adem berooft en ongevraagd snottebellen tot tegen je wangen plakt. Zelfs Bart doet handschoenen aan! Van op afstand lijkt het op een kolonie mieren die naar boven klautert.

Daarna lijken de zwaarste klim-etappes voorbij te zijn. Gelukkig maar, ik kan terug ademhalen en eindelijk m’n onderbroek die al zeker 3 km tussen mijn billen zit, terug in een aangenamere positie brengen. Iedereen weet hoe irritant dat is. Maar ik heb pas de energie om er iets aan te doen vanaf het moment dat we aan de niet ongevaarlijke en vooral lange afdaling beginnen.

Enkele kilometers voor het einde komen we een jong Nederlands koppel tegen dat het duidelijk gehad heeft: “De enige wandeling die ik deze vakantie nog maak, is van m’n stoel naar de bar!”, laat hij ons weten. Ik moet er om lachen, ondanks dat ik elk teentje, spier en gewricht in m’n lijf begin te voelen. Alsof ze me op een niet allerprettigste manier willen zeggen dat ze er nog zitten.

Uitgeput, maar euforisch bereiken we het einde. Veel te vroeg. We legden de tocht af in nog geen 6,5 uur. Werkelijk. Zes-en-half uur.
Het spreekt voor zich dat ik geen enkele foto heb kunnen nemen onderweg, ‘want daar was geen tijd voor’ en dat verklaart dus waarom er geen foto’s van Bart zijn vandaag. Gelukkig heeft hij er zelf nog enkele gemaakt om het impressionante landschap vast te leggen.

We krijgen een pintje van de chauffeur van ons shuttlebusje en ik zeg hem dat dit het lekkerste pintje is dat ik ooit gedronken heb. Dat vindt hij fantastisch te horen van een Belg. Zijn dag is goed. En de onze… meer dan.