JUAN-LES-PINS | De Côte d’Azur stelt zelden teleur. Via AirBnB vinden we voor enkele dagen een onderkomen in Juan-Les-Pins. We logeren in een kleine studio van een groot appartementencomplex. Voor een goeie 50€ per nacht heb je niet veel te klagen, ook al missen we een terrasje of een plekje om rustig buiten te kunnen zitten. En het keukengerief ziet er niet al te proper uit, maar hey, daar gaan we niet moeilijk over doen he. We eten dan maar buiten de deur. Niet echt een straf.
Op wandelafstand van ‘t strand en de haven van Antibes
We dineren met onze voeten in het zand en we slenteren rond tussen de decadente jachten in de haven van Antibes. Er is plaats op elk terras.
Als ik dan toch enig puntje van kritiek moet geven: de wijn warmt te snel op en de zee te traag 😉
De Fransen zijn duidelijk nonchalanter met Corona-maatregelen, hoewel het er zeker ook niet zijn normale gangetje gaat. Mondkapjes worden soms wel aangeraden, maar ze zijn meestal niet verplicht. De bevreemdende leegte van Italië heeft plaatsgemaakt voor een gezellige drukte, maar het is zeker rustiger dan een ‘normale juni’.
Met de trein naar Nice
De trein brengt ons – gemaskerd – naar Nice. Toch ook daar een leeg station. Wel heerlijk om op een rustig tempo de oude stad door te slenteren.
Ik wil, zoals gewoonlijk, graag gaan varen. Bart heeft er niet speciaal veel zin in, maar wanneer wij bij het reservatiekantoortje van zo’n toeristenbootje vernemen dat ze al 2 weken open zijn en dat er in die tijd nog maar 1 (!!) bootje is uitgevaren, gunt hij het hen ook wel weer eens.
We varen tot in de schitterende baai van Villefranche, alwaar de groten der aarde hun luxueuze buitenverblijven sporadisch drapeerden over de kliffen.
Eén van de eersten die er een riante villa neerpootte, was Koning Leopold II. Voor zijn maîtresse nota bene. Tja, aangezien het vandaag ‘trending’ is om alles wat met de gewezen Koning der Belgen te maken heeft te vernietigen, is het wonderlijk dat die villa nog niet met de grond gelijk gemaakt werd. (Ik rol dus met m’n ogen hè… Voor de duidelijkheid.)
Een kleurtje en een geurtje
Het is bijna onmogelijk dat het u ontgaan is, maar in de prehistorie heeft Bart nog in Frankrijk ‘gewoond’. Hij wil me graag tonen waar hij verbleef tijdens zijn stage, maar helaas is het hele domein ondertussen omheind. ‘Il est vraiment un croissant.‘ (Tot zover zijn kennis van de Franse taal.)
De teleurstelling is groot, maar een bezoekje aan Grasse kan de dag wel redden. Ook in de ‘Capitale de Parfum’ zijn ze opgelucht nog eens een toerist te zien. De winkeltjes gooien hun deuren open voor ons. Een betere plek om je een geurtje te laten aanpraten, is er niet, toch?
Om onze artistieke neus te scherpen, bezoeken we ook nog het liefelijke Mougins. Het ligt op een heuvel omringt door bossen. Het is heerlijk slenteren door de smalle steegjes. Het dorp heeft een lange en bewogen geschiedenis. Liguriërs woonden hier zelfs al voor de Romeinse invasie. In de 20ste eeuw werd Mougins populair bij kleurrijke beroemdheden en kunstenaars. Picasso, Churchill, Edith Piaf en Jacques Brel waren er geregeld te treffen.
Die artistieke vibe is wat blijven hangen, want je kan overal ateliertjes vinden met schilderijen, beelden en juwelen.
Die kunstenaars zijn vaak wel van een bepaalde slag. Soms prettig gestoord; soms gewoon gestoord. We zien er een bordje aan de deur hangen: “Fermé jusqu’à l’ouverture.” De eerste categorie, denk ik 😉
Et alors?
Al elke dag sinds we in Zuid-Frankrijk gearriveerd zijn, zit ik obsessief de website met Sloveense richtlijnen in het oog te houden: er worden ondertussen meer bezoekers toegelaten, maar Belgen en Nederlanders vallen nog steeds uit de boot… We krijgen ondertussen wel een bericht van ons hotel in Oostenrijk: dat land mogen we weer in.
Allemaal goed en wel… maar dat is wéér 800 km van de Côte d’Azur. “Och, onze hotelreservatie is toch pas binnen een dag of 6. Dan doen we toch nog eens een tussenstop in Italië? Wat peinst ge van Lago di Garda?”
No Comments